212 Shaykh ‘Abdul-‘Aziez bin ‘Abdillaah bin Baaz
Vraag:
Veel meningsverschil dat ontstaat tussen degenen die werken in het veld van de da’wah naar Allah, en dat falen en krachtverlies veroorzaakt – veel hiervan is ontstaan vanwege onwetendheid inzake de etiquette van het meningsverschil. Heeft u een woord van advies aangaande dit onderwerp?
Antwoord:
Jazeker. Hetgeen waarmee ik al mijn broeders van de mensen van kennis en da’wah naar Allaah adviseer, is:
Het nastreven van een goede aanpak en mildheid in de da’wah, en in de vraagstukken van meningsverschil wanneer zij hier onderling over debatteren en bespreken, en om eergevoel en felheid hem niet te laten leiden tot het zeggen van wat niet gepast is, dat wat hij zegt opsplitsing, verschil, onderlinge afkeer en verwijding veroorzaakt.
Integendeel, het is verplicht voor de uitnodiger naar Allaah, de leraar en de leidsman om een profijtvolle aanpak en mildheid na te streven in zijn woorden, opdat zijn woorden worden geaccepteerd, en opdat de harten zich niet van hem verwijderen. Zoals Allaah zegt:
فَبِمَا رَحۡمَةٍ مِّنَ ٱللَّهِ لِنتَ لَهُمۡۖ وَلَوۡ كُنتَ فَظًّا غَلِیظَ ٱلۡقَلۡبِ لَٱنفَضُّوا۟ مِنۡ حَوۡلِكَ
“En het was dankzij de genade van Allaah dat jij (Mohammed) zacht was (in de omgang) naar hen. En als jij streng en hardvochtig van hart was geweest, dan waren zijn zeker van rondom jouw uiteengegaan.”
[Sūrah Aali-‘Imraan 3:159]
En Hij – Verheerlijkt is Hij – zei tegen Moesaa en Haaroen toen Hij hen naar Fir’awn zond:
فَقُولَا لَهُۥ قَوۡلًا لَّیِّنًا لَّعَلَّهُۥ یَتَذَكَّرُ أَوۡ یَخۡشَىٰ
“En spreek tegen hem met zachte woorden, opdat hij er hopelijk lering uit zal trekken of (Allah) zal vrezen.”
[Sūrah Taahaa 20:44]
En Allaah – Verheerlijkt zijt Hij – zegt:
ٱدۡعُ إِلَىٰ سَبِیلِ رَبِّكَ بِٱلۡحِكۡمَةِ وَٱلۡمَوۡعِظَةِ ٱلۡحَسَنَةِۖ وَجَـٰدِلۡهُم بِٱلَّتِی هِیَ أَحۡسَنُ
“Nodig uit naar het pad van jouw Heer met wijsheid en een goede vermaning. En discussier met hen op de beste wijze.”
[Sūrah an-Nahl 16:125]
En Hij – Verheerlijkt zijt Hij – zegt:
وَلَا تُجَـٰدِلُوۤا۟ أَهۡلَ ٱلۡكِتَـٰبِ إِلَّا بِٱلَّتِی هِیَ أَحۡسَنُ إِلَّا ٱلَّذِینَ ظَلَمُوا۟ مِنۡهُمۡ
“En redetwist niet met de Mensen van het Boek, behalve op de beste wijze, met uitzondering van de onrechtplegers onder hen.”
[Sūrah al-‘Ankabut 29:46]
En hij (de Profeet) – vrede en zegeningen zij met hem – zei:
“Voorwaar, mildheid is niet in een zaak, behalve dat hij deze mooi maakt, en is niet onttrokken uit een zaak, behalve dat hij deze afstotelijk maakt.”
En hij – vrede en zegeningen zij met hem – zei:
“Wie mildheid is geweigerd, is al het goede geweigerd.”
Dus, de uitnodiger naar Allah en de leraar dient een nuttige, profijtvolle aanpak na te streven, en hardheid en grofheid te vermijden, want dit kan leiden tot het verwerpen van de waarheid, en naar verheviging van het meningsverschil en opsplitsing tussen de broeders.
Het doel is: De verduidelijking van de waarheid, het streven naar de aanvaarding daarvan en het profiteren van de da’wah.
Het doel is niet: De demonstratie van jouw kennis, of te laten zien dat jij naar Allah uitnodigt, of dat jij eergevoel voelt voor godsdienst van Allah, want Allah kent het geheime en het verborgene.
Het doel is slechts dat jij de da’wah van Allah overbrengt en dat de mensen van jouw woorden profiteren. Daarom dien je de oorzaken voor de aanvaarding hiervan (na te streven) en de oorzaken van de verwerping en het niet aanvaarden ervan te vermijden.
Bron: Madjmū’ Fataawaa wa Maaqaalaat Mutanawwi’ah (27/323-325) van Shaykh ‘Abdul-‘Aziez bin Baaz
Vertaald door Ahmad van der Pool