Shaykh Mohammed bin Ṣaaliḥ al-‘Uthaymien heeft gezegd:

En het meest belangrijke op dit moment is dat we het redetwisten met betrekking tot de politiek verlaten. Want het brengt geen enkele profijt, totaal niet. En dat we de belangstelling van onze jeugd richten op islamitische kennis naar wat Allaah heeft gezegd en wat Zijn Profeet ﷺ heeft gezegd.

Echter, de politiek heeft haar eigen belangen, publiek en mannen die daar zorg voor dragen, maar voor ons is het verplicht dat als we fouten zien we de weg volgen (in het corrigeren) waarmee het doel wordt bereikt. En er zijn kanalen (waar gebruik van kan worden gemaakt) waarmee de verantwoordelijken kunnen worden benaderd. Als ze dan worden geleid dan hebben ze hun verplichting gedaan en zo niet, dan is het verplicht aan ons om aan Allaah leiding voor ze te vragen.

Maar niet dat we de harten (van de mensen) tegen hen doen keren, en de harten vullen met afkeer tegen hen. Dit bevat (vele) slechtheden die alleen Allaah kent. We vragen Allaah dat Hij ze leidt en de harten bevinden zich in de Handen van Allaah. Hij is in staat om het meest harde hart nog zachter dan boter te maken, (door alleen te zeggen:) “Wees” en het is. Zoals met Usayl van de stam ‘Abd al-Ashal in Madienah tijdens de slag van Uhud is gebeurd; Hij stond (daarvoor) bekend met zijn diepe afkeer van de Islaam en de moslims. Toen de strijd (bij Uhud) begon had Allaah zijn hart gevuld met Islaam. Hij ging erop uit en vocht in Uhud waar hij is vermoord. Zijn volk zocht (na de strijd) naar hun doden en toen ze hem op sterven vonden, was hij nog niet dood. Ze vroegen hem: “Wat heeft je hierheen gebracht, liefde voor je volk of passie voor de Islaam!?” Hij zei: “Bij Allaah, passie voor de Islaam.” Daarna vroeg hij hun om de salaam te geven aan de Profeet ﷺ. Het ongeloof van deze man is in één ogenblik veranderd in geloof en het (daarvoor) bestrijden van de moslims veranderde in djihaad met de moslims.

Het is verplicht aan ons om leiding te vragen voor onze regeringsleiders en dat Allaah hun zaken en vertrouwelingen rechtzet. Niemand is vrij van tekortkomingen, niet de leiders noch het volk. Ook het volk heeft vele tekortkomingen. (Zelfs) in de verplichtingen hebben zij vele gebreken en in de verboden zaken vele overtredingen.

Als je naar de markt gaat zie je leugens en bedrog en het zweren omwille van verkoop etcetera. Waarom onderzoeken we niet de ziekte van de (gehele) gemeenschap? Waarin zich ook de ziekte van de regeringsleiders bevindt. Want de ziekte van het volk en die van de regeringsleiders lopen parallel aan elkaar. En zoals in een athar is overgeleverd: “Hoe jullie zijn; zo wordt over jullie geregeerd.” En dit komt voort uit de wijsheid van Allaah; dat de regeringsleiders zijn zoals de mensen.

Er is gezegd dat een man naar ‘Alie bin Abie Taalib, moge Allaah tevreden met hem zijn, kwam.

‘Alie bin Abie Taalib was beproefd met de khawaaridj (rebellen) die tegen hem in opstand waren gegaan en hem bevochten. Er kwam een man van hen en zei tegen hem: “O ‘Alie” Hij zei dus niet ‘o leider van de gelovigen.’ Hij was te hoogmoedig om te zeggen ‘o leider van de gelovigen’.

Hij zei: “O ‘Alie, waarom waren de mensen met Abū Bakr en ‘Umar volgzaam en gehoorzaam en met jou nu dit; de mensen zijn je ongehoorzaam en bevechten je.” ‘Alie zei tegen hem: “Omdat de mensen met Abū Bakr en ‘Umar bestonden uit mij en anderen zoals mij. En mijn mensen bestaan uit jou en anderen zoals jou.”

Een geweldige uitspraak…

En zo ook ‘Abdul-Maalik bin Marwaan toen hij bij zijn mensen gebreken en onachtzaamheid zag, had hij de mensen verzameld en toegesproken. Hij zei: “Willen jullie dat ik zoals Abū Bakr en ‘Umar ben? Als jullie dat willen wees dan zoals de mensen van Abū Bakr en ‘Umar.”

En dit klopt. De conclusie is:

Dat het belangrijk is dat we de regeringsleiders adviseren via de wegen waarmee het doel wordt bereikt. Niet via de wegen waar geen profijt in zit behalve het afkeren van de harten en het vullen met haat en diepe afkeer tegen de leiders. Als ze dan worden geleid dan hebben we daar allemaal profijt bij en zo niet dan hebben we onze plicht gedaan.

Daarna komen we aan bij de tweede stap en dat moet eigenlijk de eerste en tweede stap zijn En dat is het doen van smeekbeden voor hen voor goedheid en verbetering (van hun staat).

Bron: 

Vertaald door team as-Sunnah