Shaykh ‘Abdur-Rahmaan Ibn Naaṣir As-Sa’die (d. 1376H) رحمه الله
Manhadj As-Saalikien
Hoofdstuk: Reinheid
De Profeet ﷺ zei:
بُنِيَ الإِسْلاَمُ عَلَى خَمْسٍ شَهَادَةِ أَنْ لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ وَأَنَّ مُحَمَّدًا رَسُولُ اللهِ وَإِقَامِ الصَّلاَةِ وَإِيتَاءِ الزَّكَاةِ وَحَجِّ الْبَيْتِ وَصَوْمِ رَمَضَانَ
“De Islaam is gebouwd op 5 (pilaren): ‘de getuigenis dat niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allaah, dat de Mohammed de Boodschapper is van Allaah, het verrichten van het gebed, het afdragen van de zakaat, (het verrichten van) de bedevaart naar het huis (van Allaah) en het vasten van de (maand) Ramaḍaan.”
[Bukhaarie 1/49 & Muslim 16]
De getuigenis dat niemand het recht heeft aanbeden te worden buiten Allaah houd in dat de dienaar weet, gelooft en zich (hieraan) onderwerpt dat niemand de Heerschappij en aanbidding verdient (en aan toegekend mag worden) behalve Allaah alleen, de Enige Die geen partners heeft.
Het is verplicht voor de dienaar om oprechtheid te hebben in de gehele religie voor Allaah alleen. Zijn daden van aanbidding, het innerlijk en uiterlijk, behoren enkel en alleen voor Allaah, en hij dient niets met Hem te associëren in alle aspecten van de religie.
En dit is het fundament in de religie van alle Boodschappers en hun volgelingen. Allaah de Verhevene zegt:
وَمَا أَرْسَلْنَا مِنْ قَبْلِكَ مِنْ رَسُولٍ إِلَّا نُوحِي إِلَيْهِ أَنَّهُ لَا إِلَٰهَ إِلَّا أَنَا فَاعْبُدُونِ
“En Wij stuurden niet één van de Boodschappers voor jou, of Wij openbaarden aan hem dat niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Ik, aanbidt Mij daarom.”
[Sūrah Al-Anbiyaa 21: 25]
De getuigenis dat Mohammed ﷺ de Boodschapper van Allaah is houdt in dat de dienaar geloofd dat Allaah hem heeft gezonden naar de gehele creatie als een brenger van een blijde boodschap en om te waarschuwen. Hij nodigt hen uit om in Allaah alleen te geloven (zijn Eenheid te erkennen) en om zich aan Hem te onderwerpen (te gehoorzamen). Dit houdt in dat zij geloven in zijn berichten, zijn bevelen naleven, zijn verbodsbepalingen vermijden en geloven dat geen geluk of welzijn (rechtschapenheid) kan worden verwezenlijkt in het aardse leven en in het hiernamaals behalve door te geloven in de Profeet en hem te gehoorzamen. Het is dan ook verplicht dat de liefde die de dienaar voor de Profeet ﷺ heeft voorrang krijgt op de liefde voor zichzelf, zijn kinderen, en de gehele mensheid.
Wij dienen ook te geloven dat Allaah de Profeet ﷺ heeft ondersteund met mirakels (mu’jizaat) die de waarheid (juistheid) van zijn boodschap bewijzen. En anderzijds, door de perfectie van de kennis waarmee Hij hem voorzien heeft, door de nobele verheven karaktereigenschappen en door hetgeen opgenomen is in zijn religie van leiding, barmhartigheid, religieuze en wereldse belangen (welzijn). Het grootste mirakel (die de Profeet ontvangen heeft) is de Geweldige Qor’aan doordat het de berichten bezit die gebaseerd zijn op waarheid (juistheid), bevelen en verbodsbepalingen.
En Allaah is werkelijk de Beste Kenner
Bron: Ad-Dalielu ‘alaa Manhadji As-Saalikien wa tawdiehul-Fiqhi fied-dien p. 27-28 (Dar Ibn Al-Djawzie)
Vertaald door Abdelhakiem Abu Safwane