Shaykh al-‘Allaamah Moḥammed bin Ṣaaliḥ al-‘Uthaymien
Vraag:
Wat zijn de voorgeschreven smeekbeden die men zegt voor het slapen gaan?
Antwoord:
Het is overgeleverd van de profeet صلى الله عليه وسلم dat hij bij het slapen gaat licht in zijn handen spuugt met (het reciteren van) sūrah al-Ikhlaas, sūrah al-Falaq en sūrah an-Naas.
Daarna veegde hij met zijn handen over zijn gezicht, en over datgene van zijn lichaam waartoe hij in staat was. En dit is bevestigd voor elke nacht wanneer hij wou gaan slapen.
Zo ook heeft hij (de profeet) ‘Alie bin Abie Ṭaalib en Faaṭimah رضي الله عنهم opgedragen om 33 keer subḥaan Allaah en alḥamdulillaah en om 34 keer Allaahu Akbar te zeggen voor het slapen gaan. En hij صلى الله عليه وسلم zei:
خَيْرٌ لَكُمَا مِنْ خَادِمٍ
“Dit is beter voor jullie dan het hebben van een bediende.”[1]
Omdat zij de profeet صلى الله عليه وسلم vroegen om een bediende waarop hij zei:
أَلاَ أَدُلُّكُمَا عَلَى مَا هُوَ خَيْرٌ لَكُمَا مِنْ خَادِمٍ
“Zal ik jullie op iets wijzen dat beter is voor jullie dan het hebben van een bediende.”[2]
Daarna haalde hij de tasbieḥ[3] aan.
Zo ook is passend om aayah al-Kursie te reciteren. Zo ook leest men hetgeen hij kan van de smeekbeden die overgeleverd zijn van de profeet صلى الله عليه وسلم. Zoals (de smeekbede):
بِاسْمِكَ رَبِّ وَضَعْتُ جَنْبِي، وَبِكَ أَرْفَعُهُ، إِنْ أَمْسَكْتَ نَفْسِي فَارْحَمْهَا، وَإِنْ أَرْسَلْتَهَا فَاحْفَظْهَا بِمَا تَحْفَظُ بِهِ عِبَادَكَ الصَّالِحِينَ
Bismika rabbi waḍa’tu djanbie, wabika arfa’uhu, in amsakta nafsie farḥamhaa, wa in arsaltahaa faḥfadh-haa bimaa taḥfadhu bihi ‘ibaadaka aṣ-ṣaaliḥien
“In U naam leg ik mij neer, en middels Uw hulp sta ik weer op. Indien U mijn ziel neemt, wees genadig. En als U het terugstuurt, bescherm het met datgene waarmee U Uw rechtschapen dienaren mee beschermt.”[4]
[1] Ṣaḥieḥ al-Bukhaarie n. 6318
[2] Ṣaḥieḥ al-Bukhaarie n. 6318
[3] Zoals eerder genoemd: 33 keer subḥaan Allaah en alḥamdulillaah en 34 keer Allaahu Akbar.
[4] Ṣaḥieḥ al-Bukhaarie n. 6320
Bron: Liqaa`aat al-Baab al-Maftūḥ
Vertaald door Nordin Abu Mu’aawiyyah