Het woord salaf betekent ‘voorganger’. Het ‘salafisme’ verwijst naar een nabootsing van de Profeet en zijn metgezellen (de voorgangers) wat betreft begrip en het in praktijk brengen van de islaam -volledig vrij van latere toevoegingen. Deze toevoegingen leidden tot het ontstaan van sektes en tegenstrijdige doctrinale wetscholen. Het salafisme is kort gezegd: de authentieke, zuivere vorm van de islaam. Het wordt valselijk aan Jamal al-Dien al-Afghanie toegeschreven, die in werkelijkheid een opstandige sjiiet uit de 19e eeuw was. Alsmede wordt zij toegeschreven aan de takfirisch-jihadistische ideologie uit de 20e eeuw. Deze valse beschuldiging is voortgekomen uit schrijfwerken van westerse academici die of onwetend zijn over de islamitische theologie en de vroege islamitische geschiedenis of onwetendheid veinzen.

Na enige bestudering van de relevante onderwerpen op dit gebied zou zondermeer duidelijk moeten zijn dat het khaaridjitische takfirisch-jihadisme haaks staat op het salafisme en dat deze groepering van oorsprong een gewelddadige opponent van het salafisme is. Aangezien de Profeet en zijn metgezellen de ‘salaf’ zijn is het onmogelijk om groeperingen als al-Qaida en ISIS als salafistisch te kwalificeren.

…Enkel het feit dat een groep de label ‘salafist’ aanneemt, zegt helemaal niets behalve als al hun fundamenten in overeenstemming zijn met het pad van de salaf. Wat dit betreft zijn alle takfirisch-jihadistische bewegingen uit de 20e eeuw geen haar beter dan de allereerste khaaridjieten die beweerden beter te zijn dan de metgezellen van de Profeet. Dit terwijl de eerste khaaridjieten nooit kennis hadden genomen van de Profeet, noch van zijn metgezellen. Dat zij orthodoxie claimen is een valse bewering. Zo ook de khaaridjitische takfirisch-jihadisten uit de 21e eeuw die beweren ‘salafisten’ te zijn. Hun aanname van ‘salafisme’ is ook vals aangezien zij nooit onder de hedendaagse salafistische geleerden hebben gestudeerd. Bij de geleerden staan ze alleen bekend als extremisten en terroristen die de doctrines van hun khaaridjitische voorgangers met die van de Europese revolutionaire ideologie hebben versmolten.

Ondanks deze theologische en historische feiten die al 1300 jaar bekend zijn bij de salafistische geleerden wordt toch de gefrabiceerde en academisch incorrecte term ‘salafi-jihadist’ gebruikt voor de terroristen. Er wordt beweerd dat de salafisten in drie groepen onder te verdelen zijn: de Quiëtisten (of a-politieke salafisten) die zich beperken tot vreedzame prediking. De activisten (of politieke salafisten) die zich met de politiek bemoeien om invloed uit te kunnen oefenen en de jihadisten die gebruikmaken van geweld en terrorisme. Deze valse onderverdeling wordt klakkeloos overgenomen door academici, overheidsorganen en inlichtingendiensten. Enige kennis van de basis van islamitische theologie zou al voldoende moeten zijn om deze fraudeleuze academici duidelijk te maken dat het onmogelijk is voor de tweede en derde groep om ‘salafistisch’ te zijn vanwege hun schending van één van de grootste fundamenten van de islaam. Dit fundament is duidelijk terug te vinden in de Koran, de profetische overleveringen, de uitspraken van de metgezellen van de Profeet en de uitspraken en geschriften van alle bekende moslimgeleerden. Geleerden als ‘Abdoellah bin al-Mobarak (overl. 797), Ahmed bin Hanbal (overl. 855), ibn Taymiyyah (overl. 1328) en Mohammed bin Abdel-Wahaab (overl. 1792) hebben bekende en vaak geciteerde uitspraken over dit onderwerp. Dit fundament dat door deze twee groepen geschonden is: wie strijdt tegen de heerser van de moslims omwille van macht, of dit nou fysiek is of door er verbaal naar op te roepen, zelfs als hij zelf geen geweld gebruikt of in opstand komt, en daarbij de ideologische overtuiging heeft dat de zondige, tirannieke heerser de islaam uitgetreden is en geen gehoorzaamheid verdient, deze persoon behoort tot de ketterse khaaridjieten. Als zo’n persoon zichzelf vervolgens ‘salafist’ noemt, verandert dat zijn werkelijkheid niet.

Het afwijken van dit fundament wat de eerst dwaling uit de islamitische geschiedenis en is totaal tegenstrijdig aan het salafisme. Dit wordt vermeld in de boeken van de vroege salafistische geleerden en hierover zijn de moslims het unaniem eens. Eén van deze boeken is: ‘Fundamenten van de soennah’ door imam Ahmed bin Hanbal (overl. 855). Dit fundament wordt door de eeuwen heen constant herhaald en zo herhalen ook de hedendaagse salafistische geleerden het. De khaaridjieten kunnen nooit ‘salafist’ genoemd worden. Dit is theologisch en historisch gezien onmogelijk en feitelijk onjuist. Ze kunnen wel takfirische jihadisten genoemd worden wat, zoals vastgesteld in dit boek, een accurate benaming is. De termen ‘salafi-jihadisten’ of ‘quiëtistische jihadisten’ zijn grove fouten en wanneer deze fouten moedwillig en met kennis begaan worden dan duidt dit op fraude en een teken van slechte bedoelingen.

Geschreven door Abu ‘Iyaad Amjad Rifaq

Uit het boek: Een handleiding van de Islaam en zijn standpunt over Al-Qaida en ISIS p. 103-106