Imaam Moḥammed Naaṣir Ud-Dien Al-Albaanie
Vraag:
Tweede deel: als we stellen dat studie van een madhhab toegestaan is -alleen als studie- welke madhhab is dan het beste en brengt het dichtsbij de bronnen?
Antwoord:
Madhhab van Ash-Shaafi’ie en Aḥmad omdat zij veel dichter bij de Sunnah zitten. Wat betreft Aḥmad, dan is dat omdat hij een breder veld (in kennis van Ḥadieth) dan alle Imaams heeft. Dit is een feit welke -een ieder die de Sunnah heeft gestudeerd- weet. En Ash-Shaafi’ie kent een groot gedeelte van de Sunnah en hij is sterker dan Imaam Aḥmad in de Arabische Taal en haar etiquette en daarna de fundamenten van fiqh. Hij is de eerste die een boek heeft geschreven in de fundamenten van fiqh en dat is het boek dat bekend is onder de naam ar-Risala. Daarom hoort de student van kennis gebruik te maken van de kennis van de fiqh van de ene Imaam en kennis van de hadieth van de andere Imam. Op deze manier neemt hij dan het beste van allebei. Het staat vast dat Imaam Ash-Shaafi’ie رحمه الله heeft gezegd -en dit is van de rechtvaardigheid van de Imaams, hun excellentie en hun vrees van hun Heer- :
“O Aḥmad, jij hebt meer kennis van hadieth dan ik. Dus als een correcte ḥadieth jouw bereikt leer het mij dan, of het nou komt uit Hidjaaz, Shaam of Egypte.”
En het is mogelijk dat hij andere landen heeft genoemd. Hiermee verwijst de Imaam Ash-Shaafi’ie dat hij niet zijn Imaam: “Imaam Maalik, Imaam daar al-Hidjrah” blindvolgt. Omdat Maalik voorrang gaf aan de overleveringen uit de Hidjaaz op overleveringen uit alle andere landen.
Hij had daar een beredenering voor en dat is omdat het de centrum was van de elite van de Ṣaḥaabah; de Boodschapper van Allaah was in Madienah, en de grote Ṣaḥaabah vestigden zich daar en van hen zijn er die daar gestorven zijn, zoals: Abu Bakr, ‘Umar, ‘Uthmaan رضي الله عنهم.
Maar het is vanuit de geschiedenis bekend dat vele van de Ṣaḥaabah naar andere landen zijn gegaan en dat zij hun kennis, die in hun harten was, die ze van hun Profeet ﷺ hebben vergaard, met hun meegenomen hebben. Dus deze kennis die zij hadden moet niet verloren gaan. Daarom zei Imaam Ash-Shaafi’ie: “Jij hebt meer kennis van ḥadieth dan ik.” Waarom? Omdat Ash-Shaafi’ie in Makkah verbleef en daarna naar Egypte vertrok en daarin nieuwe kennis heeft opgedaan, die hij eerder niet had. Daarom heeft hij twee madhhabs, een oude en een nieuwe. Alleen omdat hij naar een ander continent vertrok is zijn kennis vergroot. Wat moet men dan zeggen over de Imaam Aḥmad die van oost naar west en van noord naar zuid de landen afreisde. Dit om kennis te vergaren van de geleerden die het met kettingen (van overleveraars) naar de Ṣaḥaabah overleverden, die -door de islamitische overwinningen- verspreid waren over verschillende landen.
“O Aḥmad, jij hebt meer kennis van ḥadieth dan ik dus als een ḥadieth ṣaḥieḥ jouw bereikt leer het mij dan, of het komt uit Hidjaaz, Shaam of Egypte.”
Maar als het gaat om het onttrekken van regels en het begrip van de ahadieth en ayaat dan heeft de Imaam Ash-Shaafi’ie -met getuigenis van een ieder die zijn leven heeft bestudeerd- meer kennis dan de Imaam Aḥmad.
Daarom; wie een madhhab wil studeren -om de reden over welke gevraagd is en waar antwoord op gegeven is- laat hem dan de madhhab van Imaam Ash-Shaafi’ie en Imaam Aḥmad kiezen.
En nog iets en dat is dat Imaam Ash-Shaafi’ie zich onderscheid wat betreft zijn volgers, iets wat volgers van de anderen niet hebben. Zijn volgers hebben meer streven naar het volgen van de stelregel van alle vier de imaams en dat is: “Als de ḥadieth ṣaḥieḥ is, dan is dat mijn madhhab.”
Dus onder de Shaafi’ies zijn er grote groepen die het in veel vraagstukken oneens waren met Imaam Ash-Shaafi’ie, terwijl je bijna geen geleerde kan vinden van onder de Ḥanifies of de Maalikies die het oneens waren met hun Imaams uit navolging van het fundament die door hun eigen imaams is vastgelegd: “Als de ḥadieth correct is dan is dat mijn madhhab.”
Dus degene die de madhhab Ash-Shaafi’ie studeert zal van deze nieuwe studies profiteren. Studies die gedaan zijn door de volgers van de Imaam Ash-Shaafi’ie die zijn woorden “Als de ḥadieth correct is dan is dat mijn madhhab” voor ogen hielden.
En een andere onderscheiding is dat de Imaams van hadieth -die welbekend zijn- veel meer zijn onder de Shaafi’ies dan onder de Ḥanifies. De Ḥanifies die kennis hebben van ḥadieth zijn heel weinig terwijl onder de Shaafi’ies dat er velen zijn. Tevens zijn er in de madhhab Ash-Shaafi’ie verschillende boeken van takhriedj van ḥadieth (het neerzetten van de ketting van overleveraars) terwijl in de madhhab Al-Ḥanifie het maar één boek is genaamd “Nasb ar-Raayah li Aḥaadieth al-Hidayah”.
De vraagsteller: De boeken, zijn daar beknopte versies van betreft ḥadieth?
De Shaykh: natuurlijk, er zijn (daarvan) heel veel boeken. Het (boek) “At-Talkhies”, daar is Ibn Al-Mulaqin in voorgegaan; en er is bijvoorbeeld de takhriej van Al-Ḥaafidh Al-‘Iraaqie van Ihyaa ‘Ulūm Ad-Dien van Al-Ghazaalie, en Az-Zarkashie; er zijn veel boeken van takhriedj van hen. Ik heb naar sommige verwezen in het voorwoord “Al-Aḥaadieth Ad-Da’iefah”
De werkelijkheid is dat deze onderscheidingen de positie verheffen van de Shaafi’ie madhhab en het op de voorgrond zetten voor degene die één van de vier madhaahib wil studeren. Alleen de madhhab Al-Ḥanifie onderscheidt zich met iets wat andere soort mensen bevalt en dat is dat de visie veel gebruikt wordt. Hier houden degenen van die willen dat het geloof aansluit bij de wensen die met de plekken en de tijden veranderen. Hierdoor bevalt deze madhhab ze meer dan de andere madhaahib, en het minst die van de Imaam Aḥmad die de Sunnah boven alles zet.
Bron: http://www.alalbany.net/play.php?catsmktba=10022
Vertaald door Umm Ahmed