674 Shaykh ‘Abdul-‘Aziez bin Baaz
Vraag:
Ik wil u vragen over het Sufisme en over hun werkelijkheid en fabeltjes. Want we horen veel over hun, met name in de boeken van de Sufist Muhie ad-Dien bin ‘Arabie. Adviseer ons, moge Allaah u rijkelijk belonen.
Antwoord:
Het Sufisme heeft aftakkingen. Over het algemeen zijn het innoveerders met zelfverzonnen manieren en soorten dhikr (awraad) en aanbiddingen waarmee ze komen zonder bewijs uit de sharie’ah. En bij hen hoort Ibn ‘Arabie. Hij is een Sufist, een innoveerder en een verloochenaar (van het werkelijke bestaan van Allaah). En hij is bekend, Muhie ad-Dien bin ‘Arabie. Hij is de bedenker van ‘de eenheid der schepping’ (dat Allaah deel uitmaakt van de schepping). Dus we waarschuwen tegen zijn soortgenoten en zijn volgelingen. Want ze zijn afgeweken van de leiding en zij behoren niet tot de (rechtgeleide) moslims.
En zo ook de rest van Sufisten die aanbiddingen verrichten die Allaah niet heeft voorgeschreven, of smeekbeden die Allaah niet heeft voorgeschreven. Zoals: “Allaah, Allaah, Allaah, Hu, Hu, Hu.” Deze smeekbeden heeft Allaah niet voorgeschreven. Wat genoemd en voorgeschreven is: Laa ilaaha ill Allaah, Subḥaan Allaah en Alhamdulillaah. Maar “Hu, Hu, Allaah, Allaah, Allaah.” Is niet voorgeschreven. Zoals ook hun manieren van zingen en dansen. Zoals sommigen van hun dansen op gezang en het gebruiken van (muziek) instrumenten. Slaan op trommels (van ijzer) of borden of slingers en soortgelijke zaken. Al deze zaken hebben geen bron (uit de Qor’aan en Sunnah), het zijn allemaal innovaties. En het principe is dat iedereen die aanbiddingen verricht die Allaah niet heeft voorgeschreven een innoveerder wordt genoemd. Dus wees gewaarschuwd en blijf bij de volgelingen van de Profeet صلى الله عليه وسلم van Ahlus-Sunnah wal-Djamaa’ah. Degenen die de weg volgen van de Profeet en datgene wat hij heeft verricht. Ze bidden zoals hij heeft gebeden, vasten zoals hij heeft gevast en de Ḥadj verrichten zoals hij dat heeft gedaan zonder een innovatie daaraan toe te voegen.
Bron:
Vertaald door Walid Abu ‘Abdillaah